Onze (frigo) aardbeienplant kweken is dé manier om vroeg in het seizoen te starten met een seizoenslange oogst. In deze complete teelthandleiding lees je ons aardbeien teeltadvies over hoe je deze gekoeld bewaarde plantjes optimaal uitplant, bemest en verzorgd tot een langdurige opbrengst. Onze -doordragers zijn ideaal voor moestuiniers die het hele seizoen door willen genieten van verse aardbeien – van het vroege voorjaar tot diep in de herfst. Ontdek hier alles over plantafstand, bloei, verzorging en tips voor maximale vruchtzetting, zowel in potten als volle grond.

Algemeen advies bij aankoop Frigo-aardbeienplanten

De stekjes worden in het vorige voorjaar gestekt en opgekweekt om vervolgens in het najaar de koeling in te gaan. Vanaf het vroege voorjaar kunnen ze uit de koeling geplant worden. Onze eigen opkweek is uitermate geschikt voor hobbytelers die een vroege en nog belangrijker, een langdurige oogst wensen. Doordragende rassen geven het hele seizoen aardbeien (op een rustperiode van een paar weken na de eerste oogst na i.v.m. de bloemaanleg onderbreking door de koeling) en blijven dit doen tot de herfst, mits de plant gezond en vitaal blijft.

Na ontvangst

Als de plantjes per post verzonden zijn dan hebben ze wel een dag of wat na het potten nodig om wat bij te komen (zorg voor voldoende water en druk het zand stevig aan en knip een klein stukje onderaan van de wortel af zodat deze sneller begint te groeien). Als u de plantjes afhaalt, kunt u ze gerust een paar dagen nog laten staan voordat u ze op een vaste plek zet. De plantjes zijn op een paar blaadjes na kaal gesnoeid, dat ziet er misschien wat vreemd uit maar zo gaat bijna alle energie naar de aanleg van nieuw blad en bloesem.

Standplaats

• Zonlicht: Kies een zonnige plek, minimaal 6 uur zonlicht per dag.
• Wind: Beschut tegen harde wind.
• Pot of volle grond: Beide zijn geschikt. In potten is het makkelijker sturen op vocht en voeding; in volle grond is er meer groeiruimte.

Plant tips

• Plantperiode: Vanaf maart (bij vorstvrij weer).
• Plantafstand: Ongeveer 25-30 cm tussen planten.
• Plantdiepte: De kroon (hart) van de plant moet net boven de grond uitsteken.
• Bodem/potgrond: Luchtige, goed doorlatende grond.
• Water geven: Direct na planten goed water geven. Daarna gelijkmatig vochtig houden, niet nat.

Bemesting

• Gebruik een aardbeienmeststof (om de drie weken bijmesten) of onze organische mest eenmaal bij het planten rondom de wortels strooien).

Uitlopers en bloemtrossen

• Uitlopers: Regelmatig verwijderen om zoveel mogelijk energie naar de vruchten te laten gaan, tenzij je wilt vermeerderen in dat geval juist de bloesem verwijderen.
• Eerste bloemtrossen: Eventueel verwijderen bij jonge planten om bladgroei te bevorderen. De verhouding blad en vruchten moet ongeveer 70/30 zijn.

verzorging

• Oude, beschadigde of zieke bladeren regelmatig wegknippen.
• Planten luchtig houden voor betere vruchtkwaliteit en minder schimmelrisico.
• Controleer regelmatig op luis, trips, spint, meeldauw.
• Gebruik natuurlijke vijanden of milieuvriendelijke bestrijdingsmiddelen indien nodig.

Bestuiving

• Buiten zorgen bijen en hommels vanzelf voor bestuiving.
• In kas soms bijen of hommels bijplaatsen maar voorkom overbevlieging door hommels, want dat kan misvormde vruchten geven.

Oogst en nazorg

• Pluk aardbeien met het steeltje voor langere houdbaarheid.
• Pluk regelmatig om schimmelvorming te voorkomen.
• Na het seizoen, planten opschonen en laten overwinteren.

Extra tips

• Potten: gebruik bij voorkeur lichtgekleurde potten tegen oververhitting.
• Jaarlijks nieuwe bodemverbeteraar en/of compost toevoegen.
• Mulchen (stro, houtsnippers) helpt tegen onkruid en vochtverlies.